

Wisseling van de wacht
Afscheid Eddy Moorman
Woensdag 28 mei nam Eddy Moorman afscheid van Stichting Waterproef. Hij is weer terug naar de arbeidspool bij Waternet, de plek vanwaar hij enkele jaren geleden naar Waterproef kwam. Daar ligt alweer een nieuwe uitdaging op Eddy te wachten: De begeleiding van de reorganisatie van de afdeling Toezicht en Handhaving bij Waternet.
Eddy heeft bij Waterproef in eerste instantie de lege plek opgevuld, die was ontstaan door de ziekte van afdelingshoofd Robert Sikkes. Eigenlijk kon hij, door een herschikking van taken, al een half jaar eerder terug naar Waternet, ware het niet dat een blijde verwachting bij Anneke Zonjee weer een bres sloeg in het aantal afdelingshoofden. Maar nu gelukkig tijdelijk. Per 1 juni is Anneke terug. Zij gaat (net als Eddy deed) zich als afdelingshoofd voornamelijk bezighouden met het productieproces en interne zaken. Willie van den Berg blijft als afdelingshoofd voor monstername en biologie vooral belast met Klant, Kwaliteit, Innovatie en Markt.
De redactie van Waterpost had nog een kort gesprek met Eddy. Daaruit blijkt, dat hij een zeer prettige tijd bij Waterproef heeft gehad, met veel afwisseling en veel uitdagingen. Uitdagingen, zoals het fusieproces waar Waterproef en het Waterlaboratorium nu mee bezig zijn en waarin hij een rol had in de werkgroep huisvesting en de werkgroep proces en organisatie. Bijzonder vond Eddy de cultuur bij Waterproef: “Waterproef is volgens mij een hechte familie, met veel zorg voor elkaar en voor het bedrijf. Met een cultuur ook, waarin verantwoordelijkheid op de werkvloer wordt gegeven en genomen. Misschien verklaart dat ook, dat er, juist nu er zoveel hectiek is en ook was, zo’n prachtig resultaat is gehaald bij de controle van de RvA. Waterproef en je medewerkers, het ga jullie goed!”
Lunchlezingen;
Baggernut
In opdracht van Waternet heeft Waterproef het project Baggernut uitgevoerd. Baggernut staat voor nutriënten in bagger. De aanleiding voor dit project was:
- Dat waterbeheerders moeilijk kunnen inschatten of in een bepaald oppervlaktewater sprake is van nalevering van nutriënten, c.q. interne eutrofiëring,
- Dat er nog onvoldoende kennis is van de processen die baggervorming en interne eutrofiëring veroorzaken,
- Dat we niet goed weten welke maatregelen effectief zijn in het beperken of stoppen van interne eutrofiëring.
De opdracht voor het project Baggernut was: Reduceer de onzekerheden en vul de leemtes in kennis op.
Voor het project is veel literatuur- en praktijkonderzoek uitgevoerd. Voor het praktijkonderzoek heeft Waterproef veel monsters van porievocht uit de bovenste laag van het sediment van plassen (ook wel interstitieel water genoemd) in het Waternetgebied genomen en geanalyseerd. Daaruit is onder meer gebleken, dat metingen in porievocht een indicatie geven voor nalevering van nutriënten, en dat er een sterke relatie bestaat tussen de nalevering van fosfaat en stikstof. Verder is vastgesteld, dat temperatuur een lineair effect heeft op nalevering.
Het project heeft twee instrumenten opgeleverd, waarmee de waterbeheerders:
- De interne eutrofiëring op een betrouwbare maar eenvoudige en goedkope wijze kunnen kwantificeren (de QuickScan),
- Kunnen nagaan hoe groot de rol van deze interne eutrofiëring is op het watersysteem en met welke maatregelen de nalevering van nutriënten kan worden beperkt (de Bodemdiagnose tool).
Hierdoor kunnen de waterbeheerders vanaf nu gerichte maatregelen nemen om de kwaliteit van het oppervlaktewater en het daarbij horende ecosysteem te verbeteren.
De Papierfabriek
We bezoeken allemaal een aantal keer per dag het toilet. Daarbij wordt achteloos kilometers toiletpapier doorgespoeld. Dat komt terecht in het riool en bij de zuiveringsinstallaties. Daar denken de meesten niet verder over na. Gelukkig zijn er mensen als Chris Reijken (Waternet). Hij heeft een slimme manier bedacht om de cellulose (van het toiletpapier) terug te winnen uit het rioolwater. Voor deze ingenieuze innovatie heeft hij zelfs belangrijke prijzen gewonnen. Chris heeft tijd gevonden om de medewerkers van Waterproef te vertellen over deze mooie techniek. Een samenvatting:
Papier-maché
Door cellulose uit ons afvalwater te recyclen, kunnen we één flinke papierfabriek van zijn belangrijkste grondstof voorzien. Maar, hoe doe je dat? Eigenlijk is het vrij eenvoudig. Je haalt eerst het grove vuil uit het afvalwater en vervolgens met een fijnzeefinstallatie de kleinere deeltjes. Een groot deel daarvan bestaat uit cellulose. Het lijkt een beetje op vuil papier-maché. Die drab kun je reinigen en dan hou je cellulosevezels over. Over het algemeen lange vezels, want daaraan ontleent het toiletpapier zijn zo gewenste sterkte. En die lange vezels zijn uitstekend geschikt om er weer uitstekend papier van te maken.
Plastic bekertjes
De teruggewonnen cellulose kan ook gebruikt worden voor andere doeleinden. Bijvoorbeeld als isolatiemateriaal, voor het maken van composiet of in de wegenbouw. Je kunt er zelfs plastic bekertjes mee maken, maar dat zal wel op esthetische bezwaren stuiten.
De relatie met Waterproef
De aanvoer van toiletpapier kent pieken en dalen. Om het terugwinnen van cellulose rendabel te maken, is het dus belangrijk om te weten wanneer je dat het beste doet. Want de hele dag zeven zet geen zoden aan de dijk. Daarvoor moet je cellulose kunnen meten. Niet alleen in hoeveelheid, maar ook qua vezellengte. En ook verder in het proces is monitoring nodig. Daar komt Stichting Waterproef dus in beeld. Er is echter één probleem: er is geen goede methode bekend voor de analyse van cellulose in (gezeefd) afvalwater en in zuiveringsslib! Samen met Waterproef (Angelique Schilder) is gezocht naar een geschikte methode. En die lijkt gevonden. We hebben in ieder geval een technische doorbraak in die zoektocht!
(Wordt vervolgd)
Waterproef in de krant
Bijgaand artikel in het Noord-Hollands Dagblad, editie Zaanstreek-Waterland spreekt voor zich